naar hoofdtekst gaan

LAN-instellingen

Wi-Fi

Wanneer Wi-Fi is geselecteerd in het scherm LAN-instellingen (LAN settings), worden de netwerkinstellingen van de printer wanneer deze is aangesloten via Wi-Fi, weergegeven in het scherm Lijst Wi-Fi-instellingen (Wi-Fi setting list).

Als u de LAN-instellingen wilt afdrukken, selecteert u Details afdr. (Print details) in het scherm LAN-instellingen (LAN settings) en selecteert u Ja (Yes).

Belangrijk

  • De afdruk van de netwerkinstellingen bevat belangrijke informatie over uw netwerk. Bewaar deze zorgvuldig.

De volgende items worden weergegeven. (Sommige instellingen worden niet weergegeven, afhankelijk van de printerinstellingen.)

Items Instelling
Verbinding (Connection) Ingeschakeld (verbonden)/Ingeschakeld (niet verbonden)/Uitgeschakeld
Netwerknaam (SSID) (Network name (SSID)) XXXXXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXXXXX (maximaal 32 tekens)
Wi-Fi-beveiliging (Wi-Fi security) Inactief/WEP(64bit)/WEP(128bit)/WPA-PSK(TKIP)/WPA-PSK(AES)/WPA2-PSK(TKIP)/WPA2-PSK(AES)
Signaalsterkte (%) (Signal strength (%)) XXX
IPv4-adres (IPv4 address) XXX. XXX. XXX. XXX (12 tekens)
IPv4-subnetmasker (IPv4 subnet mask) XXX. XXX. XXX. XXX (12 tekens)
IPv4-standaardgateway (IPv4 default gateway) XXX. XXX. XXX. XXX (12 tekens)
IPv6 link-local adres (IPv6 link-local address) XXXX: XXXX: XXXX: XXXX:
XXXX: XXXX: XXXX: XXXX (32 tekens)
MAC-adres (Wi-Fi) (MAC address (Wi-Fi)) XXX. XXX. XXX. XXX (12 tekens)
Printernaam (Printer name) XXXXXXXXXXXXXXX (maximaal 15 tekens)
Bonjour-servicenaam (Bonjour service name) XXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXX (maximaal 52 tekens)

('XX' staat voor alfanumerieke tekens.)

Als Instellingen (Settings) is geselecteerd in het scherm Lijst Wi-Fi-instellingen (Wi-Fi setting list), zijn de volgende instellingen beschikbaar.

  • Wi-Fi inschakelen/uitschakelen (Enable/disable Wi-Fi)

    Hiermee schakelt u Wi-Fi in/uit.

  • Wi-Fi-instelling (Wi-Fi setup)

    Hiermee selecteert u de instelmethode voor de Wi-Fi-verbinding.

    • Eenv. draadloos verbinden (Easy wireless connect)

      Selecteer deze optie als u de instellingen voor de toegangspuntinformatie rechtstreeks vanaf een apparaat (zoals een smartphone of tablet) op de printer opgeeft, zonder de draadloze router te gebruiken. Volg de instructies op het scherm van het apparaat dat de verbinding maakt voor de installatieprocedure.

    • Handmatig verbinden (Manual connect)

      Selecteer deze optie wanneer u instellingen voor Wi-Fi handmatig wilt instellen met het bedieningspaneel van de printer.

    • WPS (methode drukknop) (WPS (Push button method))

      Selecteer deze optie wanneer u instellingen voor Wi-Fi uitvoert vanaf een draadloze router die de drukknopmethode Wi-Fi Protected Setup (WPS) ondersteunt. Volg tijdens de installatie de aanwijzingen op het scherm.

    • Andere verbindingstypen (Other connection types)

      • Handm. verbinden (geav.) (Manual connect (adv.))

        Selecteer deze optie wanneer u instellingen voor Wi-Fi handmatig wilt opgeven. U kunt meerdere WEP-toetsen opgeven.

      • WPS (pincode gebruiken) (WPS (PIN code method))

        Selecteer deze optie wanneer u instellingen voor Wi-Fi uitvoert vanaf een draadloze router die de pincodemethode Wi-Fi Protected Setup (WPS) ondersteunt. Volg tijdens de installatie de aanwijzingen op het scherm.

  • Geavanc.instellingen (Advanced setup)

    Meer informatie over de verschillende instellingsitems:

Draadloos direct (Wireless Direct)

Wanneer Draadloos direct (Wireless Direct) is geselecteerd in het scherm LAN-instellingen (LAN settings), worden de netwerkinstellingen van de printer wanneer deze is aangesloten via Draadloos direct, weergegeven in het scherm Lijst instellingen Draadloos direct (Wireless Direct setting list).

Als u de LAN-instellingen wilt afdrukken, selecteert u Details afdr. (Print details) in het scherm LAN-instellingen (LAN settings) en selecteert u Ja (Yes).

Belangrijk

  • De afdruk van de netwerkinstellingen bevat belangrijke informatie over uw netwerk. Bewaar deze zorgvuldig.

De volgende items worden weergegeven. (Sommige instellingen worden niet weergegeven, afhankelijk van de printerinstellingen.)

Opmerking

  • Selecteer Wachtw. tonen (Show password)/Ww. verbergen (Hide password) in het scherm Lijst instellingen Draadloos direct (Wireless Direct setting list) om het wachtwoord weer te geven of te verbergen.

Items Instelling
Verbinding (Connection) Ingeschakeld (verbonden)/Uitgeschakeld
Netwerk (SSID)/apparaatnaam (Network (SSID)/device name) DIRECT-XXXX-TS6200series
Wachtwoord (Password) XXXXXXXXXX (10 tekens)
Wi-Fi-beveiliging (Wi-Fi security) WPA2-PSK(AES)
Aantal nu aangesloten apparaten (No. of devices connected now) XX/XX
IPv4-adres (IPv4 address) XXX. XXX. XXX. XXX (12 tekens)
IPv4-subnetmasker (IPv4 subnet mask) XXX. XXX. XXX. XXX (12 tekens)
IPv4-standaardgateway (IPv4 default gateway) XXX. XXX. XXX. XXX (12 tekens)
IPv6 link-local adres (IPv6 link-local address) XXXX: XXXX: XXXX: XXXX:
XXXX: XXXX: XXXX: XXXX (32 tekens)
MAC-adres (Wi-Fi) (MAC address (Wi-Fi)) XXX. XXX. XXX. XXX (12 tekens)
Printernaam (Printer name) XXXXXXXXXXXXXXX (maximaal 15 tekens)
Bonjour-servicenaam (Bonjour service name) XXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXX (maximaal 52 tekens)

('XX' staat voor alfanumerieke tekens.)

Als Instellingen (Settings) is geselecteerd in het scherm Lijst instellingen Draadloos direct (Wireless Direct setting list), zijn de volgende instellingen beschikbaar.

  • Draadloos direct in-/uitschakelen (Enable/disable Wireless Direct)

    Draadloos direct inschakelen/uitschakelen.

  • SSID/apparaatnaam wijzigen (Change SSID/device name)

    Hiermee wijzigt u de id (SSID)/de printernaam die wordt weergegeven op een Wi-Fi Direct-compatibel apparaat voor Draadloos direct.

  • Wachtwoord wijzigen (Change password)

    Hiermee wijzigt u het wachtwoord voor Draadloos direct.

  • Verbindingsverzoek bevestigen (Connection request confirmation)

    Als u Ja (Yes) selecteert, wordt het bevestigingsscherm weergegeven wanneer een Wi-Fi Direct-compatibel apparaat verbinding maakt met de printer.

  • Geavanc.instellingen (Advanced setup)

    Meer informatie over de verschillende instellingsitems:

Geavanc.instellingen (Advanced setup)

  • Printernaam instellen (Set printer name)

    Hiermee geeft u de printernaam op. U kunt maximaal 15 tekens voor de naam invoeren.

    Opmerking

    • U kunt niet dezelfde printernaam gebruiken als een naam die in gebruik is voor andere op het LAN aangesloten apparaten.

    • Het eerste en laatste teken van de printernaam mag geen liggend streepje zijn.

  • TCP/IP-instellingen (TCP/IP settings)

    Hiermee voert u een IPv4- of IPv6-instelling uit.

  • WSD-instelling (WSD setting)

    Wanneer u items instelt wanneer u WSD gebruikt (een van de netwerkprotocollen die worden ondersteund in Windows).

    • WSD in/uitschakelen (Enable/disable WSD)

      Hiermee selecteert u of WSD is in- of uitgeschakeld.

      Opmerking

      • Als deze instelling is ingeschakeld, wordt het printerpictogram weergegeven in de netwerkverkenner in Windows.

    • Inkomende WSD optimaliseren (Optimize inbound WSD)

      Als u Inschakelen (Enable) selecteert, kunt u de WSD-afdrukgegevens sneller ontvangen.

    • WSD-scan vanaf dit apparaat (WSD scan from this device)

      Als u Inschakelen (Enable) selecteert, kunt u de gescande gegevens via WSD naar de computer verzenden. Als u de gescande gegevens wilt overzetten, drukt u op de knop Kleur (Color).

      Opmerking

      • Wanneer u de gescande gegevens via WSD naar de computer doorstuurt, kunt u geen documenttype selecteren.

    • Time-outinstelling (Timeout setting)

      Hiermee geeft u de duur van de time-out op.

  • Bonjour-instellingen (Bonjour settings)

    Hiermee kunt u opties voor LAN instellen met behulp van Bonjour voor macOS.

    • Bonjour inschakelen/uitschakelen (Enable/disable Bonjour)

      Als u Inschakelen (Enable) selecteert, kunt u Bonjour gebruiken om de netwerkinstellingen uit te voeren.

    • Servicenaam (Service name)

      Hiermee geeft u de Bonjour-servicenaam op. U kunt maximaal 48 tekens voor de naam invoeren.

      Opmerking

      • U kunt niet dezelfde servicenaam gebruiken als een naam die in gebruik is voor andere op het LAN aangesloten apparaten.

  • LPR-protocolinstelling (LPR protocol setting)

    Schakelt de LPR-instelling in/uit.

  • RAW-protocol (RAW protocol)

    Hiermee wordt RAW afdrukken in- of uitgeschakeld.

  • LLMNR

    Hiermee wordt LLMNR (Link-Local Multicast Name Resolution) in- of uitgeschakeld. Als u Inschakelen (Enable) selecteert, kan de printer het IP-adres van de printer detecteren via de printernaam zonder een DNS-server.

  • IPP-instellingen (IPP settings)

    Als u Inschakelen (Enable) selecteert, kunt u via het netwerk afdrukken met het IPP-protocol.

  • PictBridge-communicatie (PictBridge communication)

    Hiermee kunt u opties instellen voor afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel apparaat (Wi-Fi).

    • Communicatie in-/uitschakelen (Enable/disable communication)

      Als u Inschakelen (Enable) selecteert, kunt u afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel apparaat (Wi-Fi).

    • Time-outinstelling (Timeout setting)

      Hiermee geeft u de duur van de time-out op.

  • IPsec-instellingen (IPsec settings)

    Als u Inschakelen (Enable) selecteert, kunt u de IPsec-beveiliging opgeven.